Daikin Altherma 3 Warmtepompen
Ondersteunde Apparaten
| Device Type | API | Modbus TCP (Ethernet) | RS485 | Relays |
|---|---|---|---|---|
| EHV* | ❌ | ❌ | ❌ | ✅ |
| ETV* |
Besturing is alleen mogelijk via Boost of Block. Specifieke Wattage-besturing wordt niet ondersteund!
Verbinding
De communicatie tussen de SmartgridOne Controller en de Daikin warmtepomp verloopt via relais. Deze gids volgt de installatie van de installateur referentiegids.
1. Voorbereiding
Schakel de warmtepomp volledig uit door de stroomtoevoer naar de warmtepomp te ontkoppelen.
2. Het Openen van de Schakelbox
Volg de stappen zoals beschrijft in sectie 7.2.4 - Het openen van de binnenunit van de installateur referentiegids:
- Verwijder de MMI-plaat.
- Verwijder vervolgens de voorplaat.
3. Lokaliseren van Klemmenblok X5M
Lokaliseer klemmenblok X5M binnenin de eenheid. Op dit klemmenblok vindt u:
- Posities 9-10:
S10S(12V) - Posities 5-6:
S11S(12V)
4. Bedraden naar de Controller
Voor de verbinding tussen de SmartgridOne Controller en de Daikin Altherma warmtepomp is draad met een doorsnede van 0,5mm2 vereist. Bedraden de warmtepomp naar de controller als volgt:
| Terminal X5M | Controller |
|---|---|
| 9 | R1 NO |
| 10 | R1 COM |
| 5 | R2 NO |
| 6 | R2 COM |
5. De Warmtepomp aan de Controller Toevoegen
Navigeer in de controller interface naar: Apparaten > Start apparaat wizard > Warmtepomp > Generiek > Relais > Door relais aangestuurde warmtepomp > Mijn apparaat is volledig verbonden
Voer vervolgens de volgende gegevens in:
- Een schatting van de maximaal benodigde energie voor de warmtepomp op die locatie.
Ga door de wizard om de configuratie te voltooien.
U kunt de apparaatsinstellingen daarna naar wens aanpassen, maar de standaardwaarden zijn in de meeste gevallen voldoende.
6. De Warmtepomp Herverbinden
Zodra de bedrading compleet is, kunt u de warmtepomp weer inschakelen.
7. Configuratie via MMI
Gebruik de MMI van de warmtepomp om installatiestand in te voeren en stel de volgende parameters in:
| Breadcrumb | Waarde | Naam |
|---|---|---|
| 9.8.4 | 3 = Slim Netwerk | Voordeel kWh voedingsbron |
| 9.8.5 | stel in volgens behoefte | Slim Netwerk bedrijfsmodus |
| 9.8.6 | stel in volgens behoefte | Elektrische verwarming toestaan |
| 9.8.7 | stel in volgens behoefte | Kamervoeding inschakelen |
| 9.8.8 | stel in volgens behoefte | Limiet instelling kW |
💡 Tip: Druk op de (i) knop op de MMI terwijl u op het homescreen bent om de breadcrumbs in te schakelen.
Na het voltooien van deze stappen, is de warmtepomp correct aangesloten, geregistreerd in de software en geconfigureerd voor gebruik via relaisbesturing.