Schneider Electric oplaadstations

Ondersteunde Apparaten

Verbinding

De communicatie tussen de SmartgridOne Controller en het Schneider oplaadstation vindt plaats via Modbus TCP.

1. Verbind het oplaadstation met hetzelfde lokale netwerk (LAN) als de Controller met een Ethernet-kabel.
2. Volg de richtlijnen voor ethernetbekabeling voor de juiste ethernetbekabelingsnormen.

Configuratie

Om de SmartgridOne Controller de controle over het station te laten uitoefenen, moet je Modbus TCP inschakelen via de eSetup for Electrician app of de webinterface van de oplader.

1. Log in op de oplader met de eSetup app.
2. Ga naar de Netwerk instellingen en wijs een Statisch IP-adres toe aan de oplader. Dit zorgt ervoor dat de Controller het altijd kan vinden.
3. Ga naar de Communicatie (of Backend) instellingen.
4. Zet Modbus TCP op Inschakelen.
5. Zorg ervoor dat de poort is ingesteld op 502.
6. Sla de instellingen op en herstart de oplader als daarom wordt gevraagd.

Toevoegen aan de Controller

1. Ga naar de webinterface van de SmartgridOne Controller.
2. Navigeer naar Apparaten > Apparaat Toevoegen.
3. Selecteer Schneider > Modbus TCP.
4. Voer het IP-adres in dat je in de oplader hebt geconfigureerd.
5. Voer poort 502 in.
6. Klik op Scannen.