Ondersteunde Apparaten
| Device Type | Manual | Modbus TCP (Ethernet) | RS485 | Curtailment |
|---|---|---|---|---|
| SCharger-7KS-S0 | Manual | ✅ | ❌ | ✅ |
| SCharger-22KT-S0 |

Bedrading
De SmartgridOne Controller communiceert met de Huawei SCharger via Modbus TCP (Ethernet/Wi-Fi).
Voedingsbedrading
- SCharger-7KS-S0 (1-fase): L1, N, PE.
- SCharger-22KT-S0 (3-fase): L1, L2, L3, N, PE.
Netwerkverbinding (FE/Ethernet)
Voor de meest stabiele verbinding met de Controller, wordt een bedrade Ethernet (FE) verbinding aanbevolen.
- Open de opladerklep.
- Leid de netwerkkabel door het linker kabelgat aan de onderkant van de achterklep.
- Sluit de netwerkkabel aan op de FE-poort aan de achterzijde van de interne eenheid.
- Sluit het andere uiteinde aan op dezelfde router/netwerkswitch als de Controller.
Note
Hoewel de oplader Wi-Fi ondersteunt, wordt een bedrade Ethernet-verbinding sterk aanbevolen voor betrouwbare controle door de Smart Grid Controller.
Configuratie
Om controle door de Controller mogelijk te maken, moet je een eenmalige configuratie op de oplader zelf uitvoeren om het Modbus-protocol in te schakelen.
1. Eerste Setup (via Huawei App)
Gebruik de FusionSolar App (Installateuraccount) uitsluitend om de netwerk- en Modbus-instellingen te configureren.
- Log in op de FusionSolar-app als Installateur.
- Tik op Setup Wizard > Scan de QR-code aan de zijkant van de oplader.
- Verbinden met het interne WLAN-hotspot van de oplader (Wachtwoord staat op het label).
2. Sta Derde-Partij Controle Toe (Modbus TCP)
Standaard accepteert de oplader geen commando's van externe controllers. Je moet dit inschakelen:
- In de FusionSolar-app (verbonden met de apparaat-hotspot), ga naar Instellingen.
- Navigeer naar Communicatieconfiguratie > Dongle-parameterinstellingen.
- Zoek Modbus TCP.
- Stel in op Inschakelen (ongelimiteerd) of Inschakelen.
- Zorg ervoor dat de poort is ingesteld op 502.
Warning
Belangrijk Als Modbus TCP hier niet is ingeschakeld, kan de Controller de oplader niet detecteren of bedienen.
3. Statische IP-Adres
Om ervoor te zorgen dat de Controller nooit de verbinding verliest, wijs een statisch IP toe:
- Ga naar Snelle Instellingen > Communicatienetwerken.
- Selecteer FE (Fast Ethernet) als bedraad, of WLAN als draadloos.
- Deactiveer DHCP.
- Voer een statisch IP-adres, Subnetmasker en Gateway in die overeenkomen met het netwerk van de klant.
4. Eniris Controller Configuratie
Nu de oplader is geconfigureerd, kun je deze toevoegen aan de Controller.
Voer de volgende instellingen in het Eniris-portaal in:
| Instelling | Waarde |
|---|---|
| IP-adres | Het statische IP dat je in stap 3 hebt toegewezen (bijv. 192.168.1.50) |
| Poort | 502 |
| Slave ID | 1 (Standaard) |
