SmartgridOne logo
SmartgridOne logo
Snelle StartInstallatieNetwerkDraad- en aansluitrichtlijnenApp
1. Link naar uw account2. Toegang tot commissioning interface3. Netlimieten4. Locatie / adres5. Voeg energiemeter voor het net toe6. Voeg andere apparaten toe7. Groeperen van apparaten
9. PV-paneelconfiguratie10. Externe besturingssignalen
Een apparaat toevoegenGeavanceerde instellingenBack-upEnergieopslag en EV'sBatterij onderhoudsoplossingGegevensgebruikDC-koppeling omvormers en batterijenDirecte relais- of schakelaargesturingEnergiekostenFase-onbalanscorrectieVoorspellingenPrioriteitenSchaal energie meterwaarden opnieuwFabrieksinstellingen herstellenOmgekeerde energiemeterstandenTesten en handmatige omzeilingGebruikersbeheerEen vast IP-adres configureren in Windows
SpecificatiesStatus-LEDsControleer responsetijdVideo-instructiesCertificatenLicentieVeiligheid, onderhoud en juridische kennisgevingen
Configuratie van A tot Z11 Extra Information

Een apparaat toevoegen

  1. Log in op de inbedrijfstellingsinterface.

  2. Ga naar het tabblad "Apparaten" en klik op "Apparaat wizard starten".

Afbeelding 1
  1. Kies welk type apparaat u wilt toevoegen.
Afbeelding 1
  1. Selecteer het merk van het apparaat.
Afbeelding 1
  1. Selecteer hoe het apparaat is verbonden. Afhankelijk van het type en merk van het apparaat zijn de volgende opties beschikbaar: Afhankelijk van het type en merk van het apparaat zijn de volgende opties beschikbaar:
    • Ethernet TCP
    • RS485-poort (meer info hier)
    • RS232-poort
    • P1-poort USB-kabel
    • Digitale uitgang of relais
    • Pulsinvoer
    • Ethernet TCP naar RS485-converter (meer info hier)
    • Ethernet TCP naar RS232-converter
    • Ethernet TCP naar P1-poort gateway
    • Ethernet TCP naar relaisconverterm
    • Ethernet TCP naar MBus-converter
Afbeelding 1
Note

Als de modus niet wordt weergegeven, wordt deze verbindingsmodus niet ondersteund, of - in het geval van een P1-kabel - is uw kabel niet goed verbonden met de SmartgridOne Controller. Neem contact op met uw installateur of leverancier.

  1. Selecteer het gebruikte communicatieprotocol van uw apparaat. Als het model van uw apparaat niet wordt vermeld, kunt u verschillende communicatieprotocollen proberen.
Afbeelding 1
  1. Voer de aanvullende invoer in zoals gevraagd.
Afbeelding 1
  1. (Alleen weergegeven voor Ethernet TCP-verbindingen, sla deze stap over als u een RS485-verbinding gebruikt). Selecteer het apparaat dat u wilt toevoegen. U kunt dit doen door: a. Toevoegen op MAC-adres (aanbevolen). b. Toevoegen op IP-adres (niet aanbevolen, tenzij u zeker weet dat de converter een vast IP-adres heeft).
Afbeelding 1
  1. (Deze stappen en verder zijn voor zowel TCP als RS485) In de volgende stap kunt u, indien nodig, de parameters handmatig aanpassen die worden gebruikt om naar het apparaat te zoeken. In de meeste gevallen raden we aan de standaard ingestelde waarden te behouden.
Afbeelding 1
  1. De volgende stap zoekt naar het apparaat. Klik op "Scan beëindigen & naar resultaten gaan" wanneer het apparaat is gevonden. U hoeft niet te wachten tot de scan volledig is afgelopen om door te gaan.
Tip

Tip voor RS485-verbindingen Als uw apparaat een hoog nummer als adres heeft, kan het enige tijd duren voordat het is gevonden. Het wordt aanbevolen om lage nummers als adressen in uw apparaat te kiezen als dat mogelijk is (1, 2, 3, enz.).

Afbeelding 1
  1. Sla het apparaat op. In deze stap worden de specificaties van het apparaat uitgelezen. Daarna kunt u het apparaat opslaan. Klik op "Opslaan en naar apparaatinstellingen gaan".
Afbeelding 1
  1. Voltooi verder de apparaatinstellingen.
Afbeelding 1
Note

Problemen oplossen Als u een probleem ondervindt:

  • Met RS485-verbinding volg deze link: https://docs.eniris.be/Troubleshooting/device-communication/#rs485
  • Met TCP-verbinding volg deze link: https://docs.eniris.be/Troubleshooting/device-communication/#ethernet

10. Externe besturingssignalen

Previous Page

Geavanceerde instellingen

Next Page

On this page

Een apparaat toevoegen